Erfgoed: Bakermat betaald voetbal bedreigd?
- ouweleem
- 1 mei 2024
- 3 minuten om te lezen
Het Grand Hotel aan het Wilhelminaplein in Heerlen. © Historisch Centrum Limburg/Collectie prentbriefkaarten
‘Met sluiting Tulip Inn verdwijnt een stuk Heerlense hotelhistorie’, kopt De Limburger op zaterdag 30 november 2024. De betekenis van het in 1928 als Grand Hotel geopende pand, dat vanwege zijn verbondenheid met de ontwikkeling en het aanzien van de stad de status van rijksmonument heeft, rijkt echter misschien nog wel veel verder dan de hotelbranche en de lokale geschiedenis.
Vooralsnog hebben we helaas maar één bron. In een interview eind december 1979 vertelt Mathieu (May) Boesten dat hij in 1954 naar een geheime bijeenkomst wordt geroepen. Plaats van handeling is het Heerlense Grand Hotel aan het Wilhelminaplein. De bijeenkomst is georganiseerd door de vermogende Limburgse zakenmannen Egidius Joosten, Lou Reumkens, Willy Reiss en Leo Schunck. Verder zijn aanwezig Huub Adriaans, Jeu Joris, Dré Widdershoven en Mathieu Boesten. Onderwerp van de vergadering is ‘betaald voetbal’.
Eerdere pogingen om professioneel voetbal in Nederland te introduceren zijn niet geslaagd. Oorzaken zijn het amateurisme van de leiders van dit streven, geldgebrek en het verzet van de Koninklijke Nederlandse Voetbalbond (KNVB). Op de bijeenkomst in het Heerlense Grand Hotel besluiten de vier genoemde Limburgse ondernemers twee nieuwe profclubs in het leven te roepen, Fortuna ’54 (Geleen) en Mijnstreek Rapid ’54 (Heerlen). In tegenstelling tot hun voorgangers hebben zij een financieel degelijk onderbouwd plan, dat ook voor andere clubs aantrekkelijk is. Mathieu Boesten en de drie andere aanwezigen moeten spelers voor de twee Limburgse profclubs aantrekken. Op 22 mei 1954 krijgt de KNVB een brief van de Nederlandse Beroeps Voetbal Bond (NBVB), waarin deze de oude voetbalorganisatie op de hoogte stelt van haar plan om met ingang van het nieuwe seizoen een profcompetitie te starten.
Egidius Joosten, voorzitter van de NBVB (rechts) en Hans Hopster, vice voorzitter van de KNVB, toasten op het einde van de 'Nederlandse voetbaloorlog'.
Op 11 september gaat in het Utrechtse Jutphaas de professionele competitie van de NBVB van start met het duel tussen Utrecht en Fortuna ’54. De KNVB is inmiddels onder druk van haar leden overstag gegaan en accepteert dat spelers een financiële vergoeding krijgen. In de reguliere competitie, die een week eerder is begonnen, verdienen voetballers nu dus ook geld. Deze situatie duurt zo’n twee maanden. Op 6 november bereiken beide bonden een akkoord en is de Nederlandse voetbaloorlog ten einde. Het betaalde voetbal blijft, maar de profclubs worden verenigingen die zich ook inzetten voor de amateursport. De KNVB wordt opnieuw de enige Nederlandse voetbalbond.
Mathieu Boesten is op de geheime bijeenkomst in het Heerlense Grand Hotel naar eigen zeggen getuige van de definitieve geboorte van het betaalde voetbal in Nederland. Ook al zegt Boesten ‘Ik herinner het me zo goed’ zullen andere bronnen zijn verhaal moeten bevestigen. De acht aanwezigen kunnen we helaas niet meer vragen. Zij zijn inmiddels allemaal overleden. Binnen de familie Schunck lijkt Boessens verhaal door mondelinge overlevering gemeengoed. Komt het verhaal van Leo Schunck?
De zoektocht naar het verlossende bewijs is overigens al een tijdje aan de gang. Kerkradenaar Jack Huntjens, die zich met zijn Foesbalbuun bezighoudt met de geschiedenis van Rapid ’54, meent het zeker te weten. Ook hij heeft echter nog geen extra en onafhankelijk bewijs kunnen vinden.
David Dreese, directeur van Amrath Hotels, eigenaar van het hotelpand aan het Heerlense Wilhelminaplein, ziet geen toekomst voor een nieuw hotel. Hij denkt eerder aan ombouw tot woningen en appartementen. Als dat de toekomst van het pand is, loopt niet alleen de herinnering aan het Heerlense hotelverleden risico, maar ook het behoud van de mogelijke bakermat van het betaalde voetbal in Nederland. Het lijkt me daarom verstandig Boessens verhaal voorlopig te geloven en verder te zoeken naar bevestigende of ontkrachtende bewijzen. De beschermde status van het Grand Hotel is onvoldoende garantie voor behoud. De in 1985 door de gemeente Brunssum gesloopte iconische Van Iterson-toren was immers ook een rijksmonument.
Marcel J.M. Put
Bronnen:
via www.Delpher.nl
Limburgs Dagblad, 29 december 1979, 14
Dagblad voor Noord-Limburg, 14 augustus 1954, 9.
Nieuwenhof, Frans van den, Voetbalgeschiedenis, dl. 3 (Voetbal International 2014) 71 - 75.
Voetballen toen en nu. Bundel opstellen verschenen ter gelegenheid van. het 75-jarige bestaan van de K.N.V.B. (KNVB 1964) 75-79
mail van Leo Dohmen, dd. 1 december 2024
alle websites zijn geraadpleegd op 1 december 2024